Pleidooi voor Stille Zaterdag

Pleidooi voor Stille Zaterdag

Een pleidooi voor Stille Zaterdag

Het coronavirus blijft ons achtervolgen. In het afgelopen jaar veroorzaakte de pandemie wereldwijd een soort Goede Vrijdag in het leven van duizenden families. Door de vaccinaties komt er licht aan het einde van de tunnel maar de weg eruit is lang, vermoeiend en zwaar. Het licht verbleekt bij tijd en wijlen. Alsof het niet echt kan doorbreken. Het is blijkbaar nog lang geen Pasen. We kunnen het Paasfeest wel vieren maar dat gebeurt nog in kleine kring. Het Alleluia klinkt nog wat dof en met gedempte stem. We leven ergens tussen Goede Vrijdag en Pasen. Het is dus meer dan ooit Stille Zaterdag.

 

Die gedachte bekruipt me ook op gelovig en kerkelijk gebied. Het lijkt wel alsof het christelijk geloof in de Lage Landen zijn Stille Zaterdag beleeft. Stille Zaterdag is de dag waarop niemand weet wat het worden zal. Een dag tussen vrees en hoop. Stille Zaterdag is een “kanteldag”; de dag die niet weet of hij aan moet sluiten bij Goede Vrijdag waarop de dood het laatste woord krijgt of moet overhellen naar Paaszondag waarop het graf opengaat. Het is de stille dag van het twijfelen en het niet weten. Is ook de hedendaagse mens geen twijfelaar die enerzijds wil afhaken en anderzijds blijft verlangen? Misschien dat het altijd een beetje Stille Zaterdag zal zijn, ook na Pasen.

 

In een wereld, getroffen door Corona, mogen we Pasen vieren en staan we stil bij het mysterie van dood en leven. We doen dat als gelovigen anno 2021, levend in een seculiere wereld, waar geloof lang geen vanzelfsprekendheid meer is; eerder een optie die vaak ter discussie staat. Toch heeft ons christelijk verhaal wel degelijk iets waardevols te melden hierover.

In het voorbije jaar hebben we ervaren hoe broos en kwetsbaar we zijn. Een miniscuul virus bleek in staat om ons leven en samenleven zowat lam te leggen en ons tot op vandaag flink te beperken. We dachten alles te kunnen maar onze maakbaarheidsideologie werd doorprikt door een microscopisch kleine kracht die we amper de baas kunnen en die het voor ons beslist. Het leed en de pijn die het covid-virus veroorzaakt zijn immens en gaan diep; op persoonlijk vlak maar ook sociaal-economisch.

 

Temidden hiervan mogen we geloven in een God die niet wegkijkt maar die solidair is. De bijbelse God is niet de Onbewogen Beweger van Aristoteles; veeleer een God die begaan is met mensen, een God die solidair wordt met ons, ook in het lijden en de dood. In Jezus heeft Hij ons dat getoond. In het bijzonder vieren we dat op Goede Vrijdag.

Op Stille Zaterdag gedenken we dat “Hij nederdaalt ter helle”, zoals de geloofsbelijdenis klinkt. Een moeilijk geloofspunt: Jezus die de poorten van het dodenrijk opent. De sjeool van de Joden, de Hades van de Grieken waren een droevige vergeetput voor alle gestorvenen. Welnu, die duistere onderwereld wordt met zijn nederdaling ter helle opengebroken. De oosterse icoon van de verrijzenis verbeeldt dat prachtig: Jezus daalt af in het dodenrijk en Hij neemt er Adam  -Elckerlyc, elke mens-  bij de hand om hem te doen opstaan. Zo verklaart Hij de dood aan de dood.

Kunnen we dat geloven? Of is het een mythe? De kruisdood is geen geloofspunt maar een feit. De verrijzenis is het geloofspunt. De kracht van Stille Zaterdag bestaat erin dat we de tijd krijgen om de dood onder ogen te zien en te aanvaarden maar tevens om te leren hopen en vertrouwen op nieuw leven. Stille Zaterdag is de dag van de overgang tussen pijn enerzijds en hoop anderzijds. Elke mens die iets heeft meegemaakt, weet: dit is geen kwestie van één dag. Dit vraagt tijd.

 

Christenen zijn geen Goede Vrijdagmensen die treuren en wanhopen. Ze hebben weet van verrijzenis: de dood heeft niet het laatste woord. Maar christenen zijn evenmin Alleluia-mensen die blind zijn voor de realiteit. Overtrokken vreugde is naïef en dwaas. Het leven is niet één groot feest. Dat merkten we afgelopen jaar maar al te goed. Christenen weten van het lijden maar koesteren tegelijk een grotere hoop die hun leven en liefde voedt. In die spanning zijn we Stille Zaterdagmensen; tussen Goede Vrijdag en Pasen in; wetend dat uiteindelijk Leven het haalt op dood.

 

Zalig Pasen

 

David Lebrun, pastoor parochie heilige Augustinus