Preek van de pastoor tgv Christus Koning

Preek van de pastoor tgv Christus Koning

Omdat de uitzending van de viering van 22 november 2020 via ons YouTube-kanaal werd onderbroken door een technische storing hebben de kijkers/volgers niet de gehele preek kunnen horen. Daarom publiceren we de tekst onderstaand, zodat u die nog eens rustig kunt lezen.

Overweging            Christus Koning                22 november 2020

Ooit al gehoord van Pierre Monteux? Ooit was hij de dirigent van het beroemde orkest van San Francisco. Het verhaal gaat dat hij op een avond aankwam bij een hotel. Er zat iemand bij de receptie die hem amper aankeek en bitsig zei: We zijn vol. Opeens zag ze wie er voor haar stond. O, ik zag niet dat u iemand was. Waarop Pierre Monteux zei: Pardon mevrouw, iedereen is iemand. Au revoir.

Iedereen is iemand. Is dat niet wat het evangelie vandaag zegt? Niet alleen Pierre Monteux of welke hotemetoot ook. Ook de mens die het niet zo getroffen heeft. Ook die maffe neuroot. Ook die psychisch gestoorde…Wie zijn wij dat we ons meer, dat we ons beter zouden achten?

Vorige week verscheen het eerste deel van de mémoires van oud-president Obama. Hierin vertelt hij o.a. hoe hij op school als kleine jongen met de groep meedeed en een klasgenootje pestte. Op een bepaald moment komt zijn moeder het te weten.  En dan schrijft hij: “Mijn moeder zette mij op een stoel, knielde bij mij neer en zei: “Barry, op deze wereld zijn er mensen die alleen maar aan zichzelf denken. Het maakt hen echt niet uit wat er met andere mensen gebeurt. Zolang zij maar krijgen wat ze willen. Ze halen andere mensen onderuit om zichzelf belangrijk te voelen. Maar er zijn ook mensen die het tegenovergestelde doen, die het vermogen hebben om zich voor te stellen hoe anderen zich voelen. Zij zorgen ervoor dat zij niets doen wat anderen pijn doet. Mijn moeder keek me recht in de ogen, schrijft Obama, en ze vroeg mij: welk soort mens wil jij zijn? Ik voelde me niet prettig”, schrijft Obama. “Dat was wellicht ook haar bedoeling. Maar haar vraag is mij de rest van mijn leven bijgebleven”. Einde citaat!

Of anders gezegd: wat je kiest, het doet er toe. Is dat ook niet de opzet van heel die enscenering die we zonet beluisterden? Ik geef toe: het klinkt allemaal wat plechtstatig. De Mensenzoon die plaats neemt op zijn troon van glorie en dan een scheiding maakt tussen schapen en bokken. De rechter die zit op zijn troon ten gerichte. Je kunt denken: wat een fantasie! Óf is het een beeldende en verbeeldende manier om duidelijk te maken: wat je in je leven doet én wat je niet doet, het doet er wel degelijk toe. Zeg eerlijk: dat een verantwoordelijk mens eens ter verantwoording wordt geroepen, is toch niet zo’n vreemde gedachte.

Beste mensen, in dit evangelie is Jezus koning, maar dan wel een koning die zich met de minsten der mensen vereenzelvigt. Hij vraagt aan ons of we Hem daarin zijn nagevolgd. Of wij een helper waren voor wie geen helper hadden. Of wij een helper zijn voor wie geen helper hebben. Iets goeds, iets moois, gedaan aan een mens in nood, is aan Jezus zelf gedaan. Of zoals een oud Nederlands spreekwoord zegt: “De arme gegeven, is Gode geleend.”

Wellicht heb je ooit al gehoord van de “De Meester van Alkmaar”. Het is een prachtig schilderij. Elk van de panelen van dat schilderij laat één van de werken van barmhartigheid zien, zoals we die vandaag in het evangelie hebben beluisterd: de hongerigen spijzigen, de dorstigen laven, de naakten kleden, de vreemdeling herbergen, de zieken verzorgen, de gevangenen bezoeken, de doden begraven.

Op elk van deze panelen, en het zijn er 7 naar de 7 werken van barmhartigheid. Op elk van deze panelen kom je Christus tegen. Niet hoog op zijn troon van glorie, zoals vandaag in het evangelie, ook niet als degene die het brood uitdeelt of die de dorstige te drinken geeft. Nee, je ziet zijn gestalte steeds terug tussen degenen die bedelen om brood, die smeken om iets te mogen drinken, tussen de zieken die snakken naar bezoek. Kortom: wat je gedaan hebt voor één van deze geringsten, heb je voor Mij gedaan.

Nu kun je zeggen. Allemaal mooi maar de groeten, he. Ze zien maar. We kunnen toch niet elke zwerver in huis gaan nemen. Nee, dat kunnen we inderdaad niet maar we kunnen wel iets. Iets van goedheid betrachten, kunnen we allemaal!

De Franse filosoof Emmanuel Levinas sprak ooit over “de kleine goedheid”, “la petite bonté”. Hij schrijft, ik citeer: “Elke poging om het menselijke helemaal te organiseren is tot mislukken gedoemd maar het enige wat levendig overeind blijft, is de kleine goedheid van het dagelijks leven. De kleine goedheid is kwetsbaar, voorlopig, bescheiden, zonder triomf. Ze is gratuit maar juist daarom eeuwig. Het zijn gewone mensen, simpele zielen die ervoor zorgen dat ze zich telkens weer herpakt, ook al is ze volstrekt weerloos tegenover de machten van het kwaad. De kleine goedheid kruipt telkens weer overeind, zoals een platgetrapt grassprietje zich weer opricht. De kleine goedheid is misschien wel ‘gek’ maar ze is tegelijk het meest menselijke in de mens. Ze wint nooit maar wordt ook nooit overwonnen.” Einde citaat!

De kleine goedheid wint nooit tegenover alle ellende en kwaad maar in al haar kwetsbaarheid wordt ze ook nooit overwonnen. En precies daarom maakt ze het verschil.

Wat Levinas hier zegt, is wel waar en het ligt in ieders bereik. De kleine goedheid betrachten! Ze is het meest menselijke in de mens, hoorden we. Wie dit dag na dag probeert te doen, wordt een ander mens, een koninklijk mens. En daar gaat het toch om vandaag bij dit feest van Christus koning.

Als een koning kwam Hij, een koning die dient. Als een koning zal Hij komen, een koning in heerlijkheid. Tot Hij als koning komt, komt hij tot ons in de minsten der mensen, in elke mens die ons pad kruist.

Wat doen wij?, is de vraag. Of om het te zeggen met Barack Obama: “Mijn moeder keek me recht in de ogen en vroeg mij: welk soort mens wil jij zijn? Haar vraag is mij tot op vandaag bijgebleven”.

Amen.